Het betoverende molenlandschap van Kinderdijk kom je meteen tegen als je toeristische informatie over Nederland opzoekt. Zelfs in Reizen Waes passeerde het de revue. Hollandser wordt het dus niet. Of toch wel… want ik verken het domein met het favoriete vervoersmiddel van onze noorderburen. Geniet van mijn mooiste indrukken en foto’s.
Al in de 15de eeuw was Kinderdijk ‘dat dorp met die molens’. En ook toen al pompten die water uit de laaggelegen polder omhoog naar de vaart. Ondanks dat de huidige molens niet meer die van toen zijn, staan ze er wel al sinds 1740. Enkel de Blokweer (hoofdfoto), de enige die nog actief is, dateert van 1630. Vandaag is hele site met in totaal 19 molens UNESCO Werelderfgoed. Net als Venetië kreunt Kinderdijk steeds meer onder het massatoerisme. Voor corona stond de teller op 600 000 à 700 000 bezoekers per jaar.
Sardientjes in blik
Tijdens het researchen kon ik moeilijk inschatten wat de beste, tofste manier is om Kinderdijk te bezoeken. Zelfs zonder die speedboot van Tom Waes zijn er verschillende opties: te voet, met de fiets of aan boord van de rondvaartboten. Zodra ik bij het bezoekerscentrum aankom, vaart het antwoord me van ver tegemoet. Op de boten zitten toeristen opeengepakt als sardientjes in blik. Terwijl de audiogids het uitgilt, staren ze roerloos naar het idyllische landschap. Een enkele passagier staat dapper recht om een poging tot foto te wagen. Zo belééf je het niet. Nee, mij zal je niet voor mijn pensioen braaf op zo’n tourist trap zien dobberen. Zelfs al voel ik mijn voetjes erom smeken.
Al die wel willen te kaap’ren varen, mogen drie molens vanbinnen bezichtigen. Daar betalen ze in totaal 16 euro per persoon voor. Museummolen Blokweer raad ik aan. Het traditionele externe keukentje en met fruitbomen gevulde tuintje nemen je meteen terug naar de charmante jaren ’50. Minder charmant is de wachtrij om de molen zelf binnen te gaan. Het aanschuiven tussen jengelende kinderen en opdringerige fotochinezen laat ik dus voor wat het is. Ik wil liever alle hoeken van Kinderdijk zien, niet alleen die van de museummolens.
Graspop voor eenden
Dankzij een mooie blauwe tweewieler slaag ik in die opzet. Geen moment betreur ik dat ik een fiets heb gehuurd bij souvenirwinkel Buena Vista – zelfs al beledigde het personeel me waar ik bij stond. Terwijl mijn haren wapperen in de wind, verken ik de hele site op 2,5 uur tijd voor amper 8 euro.
Meteen passeer ik kuddes wandelaars die het voetpad volledig inpalmen. Met volle teugen geniet ik ervan om op lege brede fietspaden de massa in één ruk voorbij te flitsen. Tegelijk haal ik een pretparksurvivalstrategie uit mijn KLJ-tijd boven: meteen koers zetten naar de verste uithoek. Hier hoor ik enkel nog eenden kwaken en vogeltjes tsjilpen.
In een braakliggende weide langs de andere kant van het water spot ik een heus vogelparadijs. Het ziet er bijna zwart van de watervogels. Graspop voor eenden – al is Graspop een ander soort vogelparadijs. 😉 De Kinderdijk-versie lijkt eerder een BBC-natuurdocumentaire zonder David Attenborough. Het enige dat ontbreekt, is een goedgevulde picknickmand en een dekentje.
Schilderachtig lentelandschap
Op de terugweg is het heerlijk cruisen tussen molens en waterlopen. Ik steek de witte houten bruggetjes over en geniet met volle teugen van weides vol gele bloemen. De bloesems aan de fruitbomen rondom de molens, maken het extra schilderachtig. Blij dat ik Kinderdijk in de lente bezoek. Al is dit volgens de kassierster van de museumshop niet persé het beste seizoen om Kinderdijk te bezoeken. “Het is hier alle dagen mooi. Zeker als het sneeuwt, heeft het iets extra magisch.”
Hoe langer ik hier rondloop, hoe meer ik begin te begrijpen wat ze bedoelt. Van haast elke – niet door toeristen verpeste – foto die ik trek, denk ik: ‘Wauw, precies een schilderij!’ Je hoeft dus zeker geen ervaren natuurfotograaf te zijn om met fantastisch beeldmateriaal huiswaarts te keren.
Eenheid in verscheidenheid
Wat me opvalt tijdens mijn fietstochtje, zijn de mensen die werken in de molentuintjes of op een bankje zitten te genieten van de eerste zonnestralen. Sommigen wuiven als ik passeer. Anderen kijken als koeien naar de snelweg. Dat herinnert me eraan dat deze beroemde UNESCO-werelderfgoedsite tegelijk een plattelandsdorpje is.
Tegenwoordig telt het dorp Kinderdijk nog amper 800 bewoners, waarvan 60 in de 16 private molens wonen. Voor deze mensen zijn dit dus effectief hun huizen, waarlangs ze dagelijks een gapende mensenmassa zien passeren. De molenbewoners voeren de laatste jaren steeds vaker actie tegen het ‘overtoerisme‘ en alle gevolgen van dien.
Ooit kochten ze allemaal gelijkaardige molens, die ze aanpasten en inkleedden naar wens. Elke molen en vooral elk tuintje rondom heeft nu een eigen identiteit. Sommige molens meten zich zelfs de Oekraïense aan, met vlaggen die ik al van ver zie wapperen. Zelden zag ik eenheid in verscheidenheid op zo’n charmante manier vormgegeven.
Meer mooie molenfoto’s:
Waar? UNESCO Werelderfgoed Kinderdijk, Molenlanden, Nederland.
Openbaar vervoer? Neem de trein naar Rotterdam. Ga naar de Erasmusbrug en stap op de Waterbus. Die zet je na een dik halfuur aan de Molenkade vlakbij de ingang af. Je fiets mag gratis mee.
Wanneer? Nog t.e.m. oktober is Kinderdijk dagelijks open vanaf 9.30 tot 17.30 uur. Buiten het seizoen gelden deze openingsuren.
Prijs? Gratis als de molens vanbinnen zien en de rondvaart je niets zeggen. Wil je dat wel meepikken dan betaal je 16 euro.
Tickets & info? kinderdijk.nl