In een deelgemeente van Charleroi ligt een verlaten elektriciteitscentrale. Urban explorers or urbexers noemen het Power Plant IM. Het is een van de indrukwekkendste vergeten plekken in België. Samen met Kristof en Bo ga ik de uitdaging aan om in de koeltoren te geraken. We kammen ook de omringende Electrabel-gebouwen uit.
Ervaren urbexers weten het al: in België zijn nog maar weinig verlaten gebouwen betreedbaar en intact. Als ze niet worden gesloopt of in het beste geval gerenoveerd, slaan trashers de boel kort en klein. Dat laatste leverde bijvoorbeeld in Chateau Wolfenstein en Sanatorium du Basil huiveringwekkende taferelen op. Onze urbex wishlist is er in sneltempo door gekrompen. Power Plant IM zou dus weleens de laatste aanwinst op ons urbexpalmares kunnen zijn. Dat beseffende, genieten we des te meer van deze uitstap. Dankzij Kristofs heerlijke playlist bomvol rock-, punk- en metalhits (die je hier beluistert) zit de sfeer er meteen goed in.
Kuddes feestbeesten
Aan de overkant van de rivier die de site in twee splitst, kammen we de verlaten fabriek van de energiecentrale uit. Vrolijk zingen we mee met Sum 41 en co. “Waar is da feestje?!”, lach ik. Hier was da feestje, zien we hoe langer hoe duidelijker. Er zijn schijnbaar kuddes feestbeesten gepasseerd. De zachte lichtbundels die door de smalle hoge fabrieksramen vallen, trekken onze aandacht naar honderden schoenafdrukken in het zand. Dranghekken zijn gebruikt als trappen om op de oude fabrieksinstallaties te klimmen.

Toch zou ik niet aanbevelen om hier te komen feesten. De vrijwel lege hallen zijn bezaaid met diepe putten. Vermoedelijk stonden daar ooit machines in. Installaties die soms vijf keer groter zijn dan wij, staan er vandaag nog steeds. Omdat alle vaste trappen zijn weggehaald, beperkt onze ontdekkingstocht zich tot het gelijkvloers.
Militaire plannen?
Niet getreurd, want op deze site valt er meer dan genoeg te verkennen. Naast de befaamde koeltoren, het sluiscomplex met verlaten sluiswachtershuis (dat wij niet hebben bezocht) en het oude Electrabel-kantoorgebouw is er een gigantische silo die recht uit Texas lijkt te komen. Vermoedelijk werd hier ooit massaal steenkool in opgeslagen.
Deze energiecentrale werd immers al opgetrokken in 1921. Kernenergie bestond toen nog niet. In de jaren ’70 is Power Plant IM wel uitgebreid, waardoor het ook op aardgas kon draaien. Getuige daarvan zijn de reusachtige gele pijpleidingen die de site doorkruisen. Maar ondanks aanpassingen was deze energiecentrale alleen al verantwoordelijk voor 10% van de Belgische CO2-uitstoot. In 2007 werd het complex op aandringen van Greenpeace gesloten.
Vandaag worden de oude fabriek en burelen ommuurd door hoge omheiningen met zware kettingsloten en prikkeldraad. Er is duidelijk geprobeerd om pottenkijkers op afstand te houden. Misschien omdat er plannen op tafel liggen om plaats te ruimen voor een militaire kazerne? Tegelijk merken we dat de bewaking hier al een tijdlang minimaal is. We spotten meerdere inbraakpunten. Geen enkel vinden we voldoende veilig.
Verborgen ingang
Terwijl we afdruipen, ziet Kristof aan de andere kant van de weg plots een oude trap tussen de bomen. Nieuwsgierig als we zijn, gaan we toch even kijken… en ontdekken we dat we vlotjes door een kleurrijk bloemenveld en over een vervallen treinbrug kunnen wandelen. De poorten van de grote ingang staan wagenwijd open. Wat een heerlijke ontdekking! Ik weet weer waarom ik urbex. Achter letterlijk elke hoek kan je verrassingen tegenkomen.
Tot de verrassingen behoren tevens de hopen kleding, schoenen en kinderspeelgoed die we hier tegenkomen. Het lijkt alsof daklozen hier hebben gebivakkeerd. Ik vraag me af wat hen ertoe heeft gedwongen om hun spullen zo achter te laten, in weer en wind. Zou het de watersnood van juli geweest zijn? Vandaag staan zowel de koeltoren en de fabriek als de kelder van het kantoorgebouw nog steeds onder water. Het komt ons tegemoet zodra we de trap afdalen. De rivier die deze site doorkruist, is allicht buiten zijn oevers getreden.
Kantoor uitgebrand
Een van de hogere verdiepingen met kantoortjes – van waaruit je een prachtig zicht hebt op de koeltoren en rivier – is dan weer vrijwel volledig uitgebrand. De schade is enorm. Tegelijk waarschuwen andere urbexers voor asbest, dus veilig is het hier allesbehalve.
Om nog maar te zwijgen over alle andere vernielingen. Geen enkel raam is gespaard gebleven. De laatste lamellen hangen buiten de ramen te wapperen. Vrijwel al wat los of niet al te vast zit, is kapotgeslagen of verdwenen. Het restaurant (grote foto hieronder) herkennen we bijvoorbeeld alleen nog door de mooie houten afwerking tegen de muren. De enige uitzondering zijn de gangen met rijen lockers die de bovenste verdieping een Amerikaanse schoolvibe geven. Van de rijen douches en lavabo’s aan de andere kant van de ruimte, is geen één meer heel.
Als ervaren rotten zijn Kristof en ik al wat gewend, maar het blijft toch even slikken. Zeker Bo wordt er heel stil van. “Dit kantoortje had het mijne kunnen zijn”, zegt ze. “Ik vind het erg om te zien dat een plek waar mensen jarenlang hun werkleven hebben doorgebracht, waar ze zich thuis voelden, zo kort en klein wordt geslagen.”
Modderpoel in de koeltoren
Tot slot wagen we ons aan la pièce de résistance: de koeltoren! Op voorhand lezen we dat we door een metersgroot gat zullen moeten klimmen om binnenin de koeltoren te geraken. De betonnen trap langs de buitenkant is jammer genoeg weggehaald. Die ligt er in het gras langs de koeltoren bij als die ineengezakte reuzenslang uit Harry Potter en de Geheime Kamer.
De overstromingen maken het ons extra moeilijk. Die hebben de onderkant van de koeltoren immers herschapen tot een gigantische modderpoel. Hoe dieper we in de koeltoren binnendringen, hoe meer het een survivalparcours wordt. Nu begrijp ik waarom hier tegenwoordig militaire oefeningen doorgaan.
Geïmproviseerd survivalparcours
We did not sign up for this, lijken Bo en Kristof te denken. Braaf blijven ze met hun voetjes op het droge terwijl ik koppig weiger op te geven. In gedachte steek ik mijn vingers in de modder om camouflagestrepen op mijn gezicht te tekenen. 😉 Ik klim over en onder de betonnen funderingsbalken die langer en breder zijn dan ikzelf. Ik moet ook mijn evenwicht zien te houden op enkele houten planken en balken.
Vervolgens spring ik door de modder van autoband naar autoband. De modder is zodanig diep dat de autobanden er hoe langer hoe meer in verdwijnen. Op een gegeven punt beland ik op een autoband die plots volledig verdwijnt. Het is toch even schrikken. Via een tuinstoel waarvan de rug op een verzopen autoband ligt, stap ik verder richting het hart van de kerncentrale. Om in dat midden te geraken, moet ik onder een betonnen muur door kruipen. Dat is ook voor mij een brug te ver. Ik kijk onder de muur door en zie dat ik zo niet boven in de koeltoren zal geraken.
Terwijl ik op mijn stappen terugkeer om het langs een andere kant te proberen, krijg ik het lastiger om mijn evenwicht te houden. De vermoeidheid slaat toe. En jawel, als ik een van de laatste grote betonnen balken aanval, schuif ik er tijdens mijn bear hug vanaf. Ik land met mijn poep in de modder. Heel mijn achterste hangt onder een dikke modderlaag. Hallo gratis spa treatment!
Koeltoren in kijken
Langs een andere kant vinden we dan toch een ingang. Een houten pallet is door anderen gebruikt om via de betonnen balken een vijftal meter omhoog te klimmen. Opnieuw besluit ik om het te proberen, maar zodra ik in de grote cirkel rondom me meerdere van die betonnen latten los zie hangen, zinkt de moed me in de modderige schoenen. Bovendien zitten mijn handen nog onder het slijk en zullen ze mogelijks extra glibberig worden. Ik besluit om toch maar op veilig te spelen. Teleurgesteld kijk ik omhoog die fenomenale koeltoren in en de hemel tegemoet.
Ondanks dat het ons helaas niet is gelukt om bovenaan in het verbluffend mooie gedeelte van de koeltoren te geraken, vinden we het alledrie een geslaagd avontuur. “Dit is echt een unieke ervaring”, zegt Kristof. “Ik ben ooit al eens in een kerncentrale geweest tijdens een schooluitstap, maar toch heb ik het nog nooit op deze manier gezien.” Bo treedt hem bij: “Hoeveel mensen kunnen zeggen dat ze onderaan in een koeltoren hebben rondgewandeld hé?”
Meer urbex-verslagjes:
– 7 wtf-momenten in Sanatorium du Basil
– Chateau Wolfenstein: blik in wat urbex walhalla was
– Doel: van urbex ‘spookdorp’ tot Wilde Westen
– Op ontdekking in een openluchtzwembad, Chateau Hogemeyer en een kaarsenfabriek
– Urbex’end roadtrippen in Frankrijk: de mooiste foto’s
– 50 jaar na de Winterspelen: op zoek naar verdwenen olympisch Grenoble
Bekijk hieronder de volledige fotoreportage. Klik op de foto’s om ze in volledige grootte te bekijken.