Nog nooit heb ik een kasteel bezocht met zo’n immens landgoed. Het bundelt zoveel geschiedenis, zoveel markante verhalen. Vanbinnen is het zo bombastisch dat het me doet denken aan het Vaticaan. Het kasteel van Versailles is dus op zich al meer dan voldoende voor een citytrip naar Parijs. Maar een goede voorbereiding blijkt cruciaal. Daarom delen Bo en ik onze tips voor een geslaagde trip.
Mocht je nog twijfelen: zelfs als je 3 volle dagen uittrekt om het volledige Versailles-domein te bezoeken, is het nog pittig. Niet zelden komen we uitgeputte reizigers tegen die het schijnbaar niet meer aankunnen. Niet onlogisch, want het kasteelpark alleen al is vandaag nog steeds 815 ha groot – in de gloriedagen was het 6 000 ha. Zelfs de relatief kleine aangelegde tuin staat in het Guinness Book of Records als de grootste ooit. Laat die pumps dus maar thuis en smeer je kuiten alvast in, want het zal nodig zijn.
Terwijl we al onze persoonlijke records aan diggelen wandelden, hebben Bo en ik op Le Hameau de la Reine (het boerderijtje van de koningin) na alle hoogtepunten gezien. Pfieuw! Daar heb je geluk voor nodig. Hadden we bijvoorbeeld eerst urenlang rondgeslenterd in het kasteel dan was het ons niet meer gelukt om de aangelegde tuinen te bezoeken. En je kan je wel goed voorbereiden, maar het is moeilijk om vooraf in te schatten hoe fysiek zwaar het kan worden.
Daarom schrijf ik hiermee de survival guide die ik zelf vooraf had willen lezen. Ontdek 17 gouden tips:
1. Boek een hotel vlakbij het kasteel
Elke dag ben ik ’s ochtends en vooral ’s avonds zo dankbaar geweest dat het Mercure-hotel vlakbij het kasteel van Versailles, leuke restaurantjes én het station ligt. Zo konden we tussen de activiteiten door terug naar het hotel gaan om van schoenen te wisselen en even met blote voetjes op het bed te liggen. Heerlijk!
2. Draag FFP2-mondmaskers
Nog belangrijker dan je Europese coronacertificaat (en kopies!) niet vergeten, is je mondmaskerkeuze. En nee, dan heb ik het niet over welke kleur best bij je outfit past. Kies voor de minder modieuze FFP2-mondmaskers, oftewel: “die koffiefilters”. Die beschermen jou ook optimaal, want COVID-19 kan er niet door.
Ondanks dat de coronacrisis bezoekers uit verre landen tegenhoudt, is Versailles nog steeds een droombestemming voor het COVID-19-virus. Frankrijk kleurt immers overwegend rood op de coronakaart. En laat Versailles nu net dé erfgoedsite en dus toeristische hotspot zijn. Zelfs zonder kuddes Chinezen en Japanners heerst er nog een festivaldrukte. Net als aan de main stages van zomerfestivals staan we hier schouder aan schouder. Tegelijk wordt de befaamde pass sanitaire niet gecontroleerd en draagt lang niet iedereen het masker correct. Godzijdank zijn we volledig gevaccineerd en dragen we onze ‘koffiefilters’.
3. Neem extra wandelschoenen of -sandalen mee
Dat stevige wandelschoenen geen overbodige luxe zijn, heb je ongetwijfeld al door. Maar heb je er ook aan gedacht om verschillende paren mee te nemen? Ik ben zo blij dat ik mijn wandelsandalen mee heb. Want wat doet het deugd om na urenlang constant stappen je luchtige sandalen aan te trekken. Andere schoenen betekent andere drukpunten. Na zo’n dag voelt het zonder overdrijven aan als een voetmassage.
4. Vraag alles in het Frans
Fervente Frankrijk-reizigers hebben het al gemerkt: de fransen houden niet van Engels. We vermoedden dat het in een grootstad als Parijs anders zou zijn, maar mispoes! Telkens weer merken we dat als we bijvoorbeeld de weg vragen in het Engels, we geen hulp of foute instructies krijgen. Stellen we dezelfde vraag in het Frans dan klopt het wel.
Bij aankomst in het kasteel worden we bijvoorbeeld gevraagd om onze tickets om te ruilen. Omwille van de coronamaatregelen zouden we een ticket met een specifiek tijdsslot nodig hebben. Bij de biletterie krijg ik in het Engels enkele opties voorgeschoteld. Als ik 5 minuten later opnieuw langsga en in het Frans aangeef welk tijdsslot ik wens, verneem ik dat dit met mijn ticket helemaal niet nodig is. Het meisje dat me deze info gaf, beweert dat ze dit nooit heeft gezegd. Vreemd!
Sinds we alles in het Frans vragen, hebben we geen foute info meer gekregen (maar uiteraard wel af en toe tussen het geratel door iets maar half begrepen).
5. DIY: doe je eigen research en gids jezelf
Op voorhand dingen opzoeken, is niet alleen belangrijk om te vermijden dat je foute info krijgt. Tegen alle verwachtingen in, hebben we tijdens ons bezoek aan het kasteel van Versailles daar eigenlijk amper iets over opgestoken. De audioguide focust vrijwel uitsluitend op info over kunstwerken. En dat is niet geheel onlogisch gezien de vele honderden schilderijen die er hangen. Haast elk plafond is beschilderd zoals in de Sixtijnse Kapel. Heel mooi, maar al die ‘nuttige’ info vertraagt je bezoek wel enorm. Tenzij je alles over elk item wil weten, ga je dus beter door. De vele sappige verhalen over het leven en de dood van de Zonnekoning en zijn koningin Marie Antoinette, blijven hier als olifanten in de weelderig gedecoreerde kamers hangen.
6. Ochtendstond heeft belachelijk veel goud in de mond
Zodra je het gouden hek en het vergulde dak ziet schitteren, weet je dat je voor het kasteel van Versailles staat (en het beste moet nog komen!). Helaas geldt dat ook voor de grote kuddes toeristen. Bezoek daarom het kasteel ’s ochtends in de vroegte. Dan is op zijn minst de bussenparking nog vrij leeg.
7. Blijf lunchen in het kasteel zelf
Zelfs ondanks dat het naar Versailles-normen rustig is, hangt er een (hoe langer hoe minder) gezellige festivaldrukte binnen de vergulde vertrekken. Tegen lunchtijd krijgen we door dat even naar buiten glippen en de rest straks bekijken een tijdrovende onderneming wordt. Gelukkig passeren we langs Angelina, een restaurant waar het gezellig tafelen is. We komen terug op krachten terwijl we onszelf verwennen met een heerlijk maal dat de hogere prijs helemaal waard is.
Tip: De desserts zijn hemels! Het befaamde Antoinette-gebakje is ook gebaseerd op koningin Marie-Antoinette herself. “De beste manier om hieraan te beginnen? Gewoon onthoofden”, lacht Bo. Galgenhumor op z’n best.
8. Bezoektijd 1 of 1.30 uur? Yeah right!
Oké, we hebben de audioguide gevolgd. Daardoor ging het trager. We hebben bij Angelina geluncht. Dat hielp ook niet. En we zijn uitgeput blijven hangen op de zeer spaarzaam geplaatste bankjes. (Tip: claim ze zodra ze vrijkomen!) Daardoor hebben we vrijwel een volledige dag in het kasteel zelf doorgebracht. Toch is dat wel extreem lang vergeleken met de op voorhand geadviseerde 1,5 uur. Telkens weer merken we dat je de in de Versailles-app aangegeven bezoektijd best verdubbelt. Bijvoorbeeld met de drukte is duidelijk geen rekening gehouden.
9. Laat je dagplanning los
Je voelt het al: pogingen tot Versailles-planning lopen serieus uit de hand. Hoe sneller je alles loslaat en het gewoon op je af laat komen, hoe gelukkiger je er zal rondlopen. Voortdurend gefrustreerd van A naar B hollen wil niemand, toch? Neem liever de tijd om de overprikkelende bombastische indrukken van de dingen die je écht wil zien helemaal tot je door te laten dringen.
10. To do #1: de (aangelegde) tuinen
Wat zijn Bo en ik blij dat we ons op dag 1 met frisse voetjes meteen op de aangelegde kasteeltuin hebben gestort. Het hielp ons om later tijdens de Night Fountains Show – een absolute aanrader – vlotjes onze weg te vinden. Stevig doorwandelen in de tuin is ook een stuk minder vermoeiend dan een dag slenteren in het kasteel.
11. Hou tijd en energie over voor de Trianons
Het staat een beetje haaks op mijn advies om niet vooraf te plannen, maar toch geef ik graag mee dat de Trianons écht de moeite zijn. Het is een wereld apart. Ze zijn zodanig mooi dat ik heel even heb overwogen om een post te maken over waarom je beter de Trianons bezoekt in plaats van het kasteel van Versailles. Uiteraard wil iedereen hét kasteel en dé tuinen zien, maar besef dat je daar compleet overprikkeld buiten zal komen. De decadentie degouteert.
Het Grand Trianon lijkt daarentegen het decor van een Nespresso-spotje met George Clooney. Het komt veel meer tegemoet aan wat wij gewone stervelingen verwachten van een kasteel. Hier kom je dus tot rust. Niet toevallig zijn de Trianons neergepoot voor koningin Marie-Antoinette zodat ze even kon ontsnappen. Het verbaast me overigens niet dat Napoleon zijn intrek nam in het Grand Trianon. Het Versailles-kasteel gebruikte hij enkel om gasten te imponeren.
Wandel zeker tot bij het Petit Trianon, want hier vind je de mooiste tuinen. Je passeert er langs de pittoreske liefdestempel (eerste foto), een schattig kapelletje, een rustiek theater en zelfs een aangelegde grot. In de verste uithoek vind je Le Hameau de la Reine, een fake boerderijtje dat Marie-Antoinette liet bouwen om even boerin te kunnen zijn in de hoop zich normaal te voelen.
12. Las een paardenshow in
…waarmee ik wil zeggen: gebruik de paardenshow om 18 uur als pauzemoment. In onze tickets was een optreden van de paardrijschool standaard inbegrepen, dus waarom niet gaan kijken? Het kasteeldomein sluit toch rond die tijd.
De Académie équestre nationale ligt op een (grote) steenworp tegenover het kasteel van Versailles. Normaal gezien krijg je vlakbij ook een zicht op de extravagante koetsencollectie, maar helaas zal dat voorlopig nog gesloten blijven.
Al blijkt de paardenshow op zich de moeite waard om de straat over de steken. Een tijdlang zitten en kijken terwijl de paarden hun dansjes placeren, is een welgekomen afwisseling. Achteraf krijg je een blik in de rustieke stallen. Als je geluk hebt, kan je de passerende paarden aaien.
13. Plattegrond? Meenemen die handel!
De grootste fout die ik heb gemaakt op dag 1? De gratis plattegrond van de aangelegde tuinen niet meenemen. Gelukkig is Bo wél zo slim. Het kaartje blijkt een ware reddingsboei. Dit is immers één groot doolhof. We verkennen 15 indrukwekkende tuinkamers, waaronder zelfs een openluchtbalzaal, ommuurd door metershoge hagen. Langs de paadjes tussen die hagen staan weliswaar straatbordjes, maar toch lijkt alles op elkaar. Ik voel me Alice in Wonderland. Al zijn de meer dan 43 000 stappen die we hier in één dag hebben gezet allesbehalve fantasie.
Goed om weten: op het kaartje zie je welke haast legendarische tuinkamers je absoluut niet mag missen. Er staan tevens uitgestippelde wandelroutes op én je ontdekt wanneer welke van de 55 fonteinen fonteinen actief zijn.
14. Trianons: volg de Versailles-app
Jammer genoeg staan het Petit Trianon, Grand Trianon, Le Hameau de la Reine en de omringende tuinen niet op de gratis plattegrond van de aangelegde Versailles-tuinen. En bij de ingang van de Trianons zelf vonden we evenmin een kaartje. Dan maar Google Maps erbij nemen … en er niets wijzer van worden.
Het is even zoeken, maar de app Palace of Versailles brengt redding. Ga in de app naar ‘Visit’, scroll naar beneden en kies ‘Gardens of the Trianon’. Druk op het pijltje. Terwijl de audioguide automatisch start, krijg je een kaartje met alle bezienswaardigheden. Klik op de nummertjes om te ontdekken wat erachter schuilt.
15. Huur een fiets of neem het treintje naar de Trianons
In Versailles heb je elk uur nodig. Ga daarom vooral niet te voet naar de Trianons. Vooraan in de aangelegde kasteeltuin vertrekt een treintje dat met een rotvaart over de kasseien dendert – een ongewoon avontuur op zich. Bij de uitgang achteraan de aangelegde kasteeltuin kan je fietsen huren.
16. Een voorbereid picknicker is er twee waard
Bezoek je de tuinen, breng dan je picknick mee of koop achteraan de aangelegde kasteeltuin een broodje. Vlij je ter hoogte van de Apollovijver neer op het enige grasveld dat je wél mag betreden. Een picknickdekentje- en kussentje maken het extra comfy. Trek tijdens het picknicken gerust je schoenen even uit en laat je blote voeten in het gras rusten. Die lege schoenen zijn dan ideaal als drankhoudertjes – ontdekte Bo nadat ze een blikje frisdrank omgooide. Geniaal, toch?
17. Thank God for voetenbadjes (in het Grand Canal <3)
Eigenlijk zou ik ‘Thank Louis XIV’ moeten zeggen, want die heeft het Grand Canal laten aanleggen. Helaas hebben we dit gigantische kruisvormige meer in het park van Versailles pas de laatste avond ontdekt. Ik vind nog steeds geen woorden om uit te drukken hoe enorm deugd het deed om onze overwerkte opgezwollen voeten een tijdje in het koude water te steken. We zetten ons in het gras langs de oever en genieten van de ondergaande zon. Ik garandeer je: de spanning glijdt er helemaal uit. De volgende ochtend voelde ik me zo fris als op dag 1.
Waar? Versailles nabij Parijs, Frankrijk
Wanneer? Elke dag open vanaf 9 uur behalve maandag.
Let op: omwille van COVID-19 moet je op voorhand een tijdslot reserveren om het kasteel binnen te mogen.
Prijs? Wij kozen voor het Passportticket en betaalden 52 euro voor 2 dagen volledige toegang + paardenshow. Kies hier de ticketformule die best bij jou past.
Tickets & info? en.chateauversailles.fr