Waarom reis je naar Egypte? Voor de piramides en tempels uit de tijd van de farao’s allicht. Al van kindsbeen af komen we er foto’s van tegen in allerhande publicaties… en nu worden die beelden ineens werkelijkheid. Aangezien magazines en televisiedocu’s slechts een klein stukje van die imposante sites in beeld brengen, toon ik jullie de verborgen kantjes.
In Egypte heb ik constant het gevoel dat ik in een filmset rondwandel, zowel tijdens de plasstops na uren rijden in de woestijn als tussen kuddes toeristen in het Dal der Koningen. Ik geniet werkelijk van elk moment dat ik enkele van de meestbesproken plekjes op de planeet in hun context kan ervaren. Zoals je in dit artikel al las, is fotograferen in Egypte niet altijd even evident, maar toch ben ik erin geslaagd om de meest indrukwekkende sites die we bezochten uitgebreid in beeld te brengen.
1. De piramides van Gizeh
De piramides van farao’s Cheops, Chefren en Mykerinos herken je allicht vanop kilometers afstand. Maar wist je al dat ze vlak naast de stad Caïro liggen? Door de enorme bevolkingsgroei deint Caïro jaar na jaar verder uit, waardoor de stad steeds dichter tegen de piramides ligt. Op de onderstaande foto, een uitvergroting van de bovenstaande, krijg je een beter beeld van de afstand tussen de piramides en de stad. Hier zie je ook nog beter de dikke laag smog die permanent boven Caïro hangt.
Versleten rotsblokken
Zoals je wel weet, bestaan de piramides uit enorme rotsblokken, waarlangs een paadje gemaakt is voor wie zich een weg naar de ingang wil klimmen. Bijgevolg staan en zitten toeristen voortdurend op steeds meer afgesleten rotsblokken. Helaas is ook een stukje piramide meenemen als souvenir nog steeds ingeburgerd. Zoals je op de onderstaande foto’s van de piramide van Cheops kan zien, is dat niet zonder gevolg.
Toeristen boven erfgoed
Heb jij je trouwens al eens afgevraagd wat je ziet als je bij de ingang van de Cheops-piramide om je heen kijkt? Helaas is het panorama niet zo prachtig als de piramide zelf. Je ziet vooral de gigantische parking vol bussen en wandelpaadjes waarop voortdurend toeristen met hun fototoestel in de aanslag staan.
In de tijd van de farao’s waren busparkings en asfaltwegen nog geen feit, maar helaas hebben ze het landschap sterk veranderd. Zelfs tussen de piramides door slingert een panoramische weg die bussen vol toeristen naar een prachtig uitzichtspuntje verderop brengt. Daar krijg je alle piramides samen op de foto, zoals je al zag op foto 1.
2. De rotstempels van Aboe Simbel
Als ik onze gids Achmed mag geloven, moet de bouw van de Aboe Simbel-tempels zeer controversieel geweest zijn in het oude Egypte. Voor het eerst liet een farao zich afbeelden als de god Osiris, wat absoluut not done is. Dat is mogelijks waarom de tempels diep in de woestijn gebouwd werden, wat voor ons een in totaal bijna 5 uur lange rit vanuit Aswan betekende.

Gelukkig is het de moeite waard. Want Ramses II bouwde niet alleen een op zijn zachtst gezegd impressionante tempel voor zichzelf, maar vlakbij ook eentje voor zijn vrouw Nefertari. Voor het eerst kreeg een koningin een eigen tempel. Naar verluidt hield Ramses II zodanig veel van zijn gemalin dat hij vond dat ze een eigen tempel verdiende. Wat een romanticus! In de cartouches op de werkelijk prachtig beletterde en ingekleurde muren wordt zelfs haar naam vermeld, een zeldzaamheid.
Symbolische boodschappen
Nog meer dan die van zijn echtgenote doet de tempel van Ramses II je ontzettend klein en irrelevant voelen. Zeker als ik omhoog kijk naar de kolossen die de grote hal sieren, voel ik me een mier. Ik kan haast niet geloven hoe sterk je in het huidige tijdperk nog de enorme macht voelt die deze farao duizenden jaren geleden had. Ramses II kreeg wat hij wilde: zelfs in het hiernamaals maakt hij nog indruk.
Tegelijk kan je de grootsheid van Ramses II interpreteren als een prachtig voorbeeld van hoeveel grootse dingen één ‘klein mensje’ kan realiseen. Maar ondanks dat de farao het onderwerp is en de bouw initieerde, staat of valt alles dankzij het teamwork achter de schermen. De grootsheid van deze tempel is een sterk staaltje van wat mensen kunnen realiseren als ze samenwerken en er echt in geloven. Eigenlijk zijn we dus allesbehalve klein en irrelevant, als we er 100% voor gaan.
Wat de tempel van Ramses II pas echt extreem bijzonder maakt, is dat elk jaar op 21 februari en 21 oktober de zon via de ingang schijnt tot in het heiligste gedeelte achteraan. Daar verlichten zonnestralen de gezichten van 3 goden, terwijl er 4 standbeelden staan. Degene die donker blijft is Ptah, niet toevallig de god van de duisternis. Hier voel je dus vandaag nog steeds hoe ingenieus die oude Egyptenaren waren.

Modern milimeterwerk
Het modernere verhaal achter de tempels van Aboe Simbel is al bijna even indrukwekkend milimeterwerk. 4 milimeter, om exact te zijn. Om te vermijden dat de uit rotsen uitgehouwen tempels bij de aanleg van het Nassermeer volledig onder water zouden komen te staan, werd het hele complex tussen 1964 en 1968 in blokken gezaagd. Vervolgens werd het 200 meter verder en 65 meter hogerop terug in elkaar gepuzzeld. Je ziet nog steeds de lijnen van 4 milimeter breedte die tussen alle rotsblokken zitten. Zie jij ze op de onderstaande foto?

Wat mij ontzettend verbaast, is dat niet enkel de tempels, maar ook de omgeving errond mee hogerop verhuisd werd. De heuvel op de onderstaande foto ligt in een inham tussen de Ramses II-tempel en die van zijn gemalin. Zie jij de blokken en snijlijnen op de onderstaande foto? Ik zag ze zelfs aan de achterkant van deze en andere heuvels. Allicht werd ‘bergen verzetten’ zelden zo letterlijk genomen.
3. Vallei der Koningen
In de Vallei der Koningen (of Dal der Koningen) heb ik quasi de hele tijd het gevoel dat ik rondloop in het decor van een Indiana Jones-film. Terwijl je door het bergachtige woestijnlandschap wandelt, kan je je haast niet voorstellen dat hier zoveel pracht en praal onder de grond zit.
Opgravingen bewonderen

Vandaag zijn nog steeds op verschillende plaatsen archeologische opgravingen bezig, wat ontzettend boeiend is om naar te kijken, zeker aangezien de opgravingstechnieken ogenschijnlijk nog niet veel zijn veranderd sinds de ontdekking van Toetanchamon in 1922. Als je hier rondloopt, adem je dus geschiedenis in. Al kan het ook de benauwdheid in de onderaardse gangen zijn die je parten speelt.
Het Dal der Koningen is trouwens immens, dus alle graven bezichtigen is onbegonnen werk. Met een standaardticket mag je tevens maximum 3 graftombes bezoeken. Onze gids beveelt die van Merenptah (KV8), Ramses III (KV11) en Ramses IX (KV9) aan, waar we in schachten diep onder de grond de prachtigste hiërogliefen en tekeningen bewonderen. Opvallend is dat de kleuren in deze graftombes vaak zeer goed bewaard zijn gebleven.

De tombes die in de verder lege graven achter zijn gebleven, geven je een idee van waar de farao destijds duizenden jaren heeft gerust. Helaas hebben ze niet altijd even goed de tand des tijds doorstaan. De tombe van Merenptah is bijvoorbeeld zwaar bijgewerkt, want zonder de kunstmatig aangebrachte tekeningen zou je geen idee hebben van hoe het er ooit allicht uitzag. Het deksel van de sarcofaag is gelukkig wel intact en prachtig geïllustreerd met godin Isis die haar vleugels spreidt om de farao te beschermen.
Toetanchamons tenen tellen
Het beroemdste graf van het Dal der Koningen is allicht dat van Toetanchamon. De meeste reisorganisaties laten het graf links liggen en gidsen raden het af aangezien het heel klein en weinig gedecoreerd is. Logisch, want de farao stierf op jonge leeftijd en werd dus noodgedwongen begraven in een leegstaand graf. Maar nu het na 10 jaar restauratie opnieuw open is, koop ik toch dat extra ticketje om Toetanchamon in ‘levenden’ lijve te bewonderen.
Jawel, de zwartgeblakerde restanten van de beroemde farao zijn na al die jaren wedergekeerd naar zijn graf. Ik vind het geweldig om het 3 500 jaar oude skelet te bewonderen en tussen de drummende Japanners door zelfs zijn kromme tenen te kunnen tellen. Jep, hij heeft ze nog allemaal! Er zitten nog restjes linnen rond. Het voelt ontzettend bijzonder aan, een beetje als een groet brengen aan een rockster.
Jammer genoeg kan je in dit graf slechts twee ruimtes bezoeken, waaronder de grafkamer met muurschilderingen die de mondopeningsceremonie uitbeelden. (Zie foto 1.) Onderaan naast zijn tombe zie ik nog een deurtje naar de schatkamer, maar die blijkt helaas buiten bereik. Om Toetanchamons dodenmasker en schatten te bewonderen, moet je naar het Egyptisch Museum in Caïro.
4. De tempel van Amon in Karnak
De tempel van Amon ken je allicht van de sfinxenlaan aan de ingang van de tempel. Van de meerdere tempels die Luxor rijk is, is dit ongetwijfeld degene die je wil bezoeken. Amon was immers de oppergod van het oude Egypte en kreeg dus de grootste tempel in de toenmalige hoofdstad Thebe. Meer dan 2 000 jaar (!) lang bouwden verschillende beroemde farao’s aan dit tempelcomplex. Ondermeer Hatsjepsoet, Toetanchamon en verschillende Ramsessen leverden hun bijdrage. Zo groeide het complex uit een grootte van 123 ha… of 246 voetbalvelden!
Bijzondere bouwwerken
Ik vind het vooral machtig om rond te wandelen in de zuilengalerij, waar elk van de zuilen groter en breder is dan mijn keuken. Naar verluidt stellen ze lotusbloemen voor, een gedachte die je verbeelding ineens aanwakkert en je een heel ander beeld geeft van deze zaal. Hebben de Oude Egyptenaren hier de oevers van de Nijl willen imiteren? De lichtbundels die tussen de zuilen door vallen, maken het des te mysterieuzer.
In haast elke ruimte die je in Karnak bezichtigt, ontdek je – als je de mensenmassa met hilarisch poserende beautyqueens/influencers doorgeworsteld bent – uitzonderlijke bouwwerken met een verhaal. Denk maar aan de twee identieke obelisken die Hatsjepsoet liet maken, graveren en met een gouden tip afwerken… in amper 7 maanden tijd!
Mythisch meer
Het rustigste plekje is allicht het heilige meer van Amon-Re. Deze vijver ligt in de verste uithoek het complex en is gevuld met water uit de Nijl. Uit dit zogenoemde ‘oerwater’ is volgens de oude Egyptische mythes de wereld geschapen. Het water mocht enkel door de priesters gebruikt worden tijdens hun rituelen. Vandaag is het nog steeds een heerlijke plek om je even langs de kant te zetten en in het oneindige te staren.
5. Philae-tempel op een onbewoond eiland
Omwille van zijn pittoreske ligging op het eiland Agilkia, middenin in de Nijl, is deze tempel misschien wel de mooiste. Qua symboliek klopt het alleszins, want als we onze gids Achmed mogen geloven dan is dit het eiland van de liefde. Niet toevallig is de tempel erop aan de verering van liefdesgodin Isis gewijd. In de oude verhalen gaf haar liefde Isis immers de kracht om haar vermoorde man Osiris opnieuw tot leven te wekken.
Ik geloof maar al te graag in de romantiek die rondom Philae hangt, want alleen al het boottochtje van Aswan naar Philae doet mijn hart sneller slaan. Ik geniet ervan met volle teugen.

Onderwatertempel
Enig idee trouwens wat de tempels van Aboe Simbel en Philae gemeenschappelijk hebben? Ook deze tempel is verhuisd om hem te beschermen voor het water. Origineel stond de tempel op het eiland Philae (vandaar de naam), dat na de aanleg van de Aswandam onder water kwam te staan. Zo stond de tempel bijna 50 jaar lang grotendeels onder water, tot UNESCO hem uiteindelijk redde. Op de zuilen van de voorste zuilenhal zie je nog steeds dat het water metershoog stond. Zelfs met dat onomstotelijke bewijs kan ik amper geloven dat de Egyptische overheid het eigen erfgoed schijnbaar zo onbelangrijk vindt.
Hier vind je nochtans unieke architectuur met zeer veel detail terug. Ik denk dan niet alleen aan de hoofdgebouwen, maar vooral ook aan de zijtempeltjes met zicht op het water. Er zitten werkelijk pareltjes tussen. De Kiosk van Trajanus (foto rechts) die dateert uit de Romeinse tijd was bijvoorbeeld een populair onderwerp bij Victoriaanse schilders.
6. Sakkara-necropolis met piramide van Djoser
We sluiten deze top 6 af zoals we hem gestart zijn: met piramides. De piramide van Djoser is misschien wel de verrassing van de reis, dus moet hij absoluut bij in dit overzicht. Eigenlijk was ik helemaal niet geboeid door deze piramide. Waarom zou je immers nog 45 min verder dan Gizeh rijden om één enkele piramide te bezoeken als die drie andere zoveel imposanter en beroemder zijn?
Primitieve piramides

Wat ik echter niet wist, is dat het om veel meer gaat dan alleen de piramide van Djoser. Rondom kan je nog verschillende ruïnes bezichtigen en verderop in deze necropolis liggen primitieve graftombes of mastaba’s. Die zijn ontzettend boeiend, want ze geven je een mooie kijk op hoe primitieve piramidebouwers à la Imhotep geëvolueerd zijn door de jaren heen.
Beestige muurschilderingen
Al zijn de graven van de farao’s niet waar ik het diepst van onder de indruk ben. Het bezoek aan een graf van een van de edellieden gaf de mooiste kijk op het alledaagse leven in het oude Egypte. De graven worden in de hiërogliefen niet onterecht ‘paleizen voor de eeuwigheid’ genoemd. De ruimtes zijn best groot en gedecoreerd met taferelen over de visvangst, waarop je ziet welke dieren destijds in de Nijl zwommen. Denk maar aan Nijlpaarden, die er nu uitgestorven zijn.
Landbouwgrond meets woestijn
De Sakkara-site rondom de piramide van Djoser ligt trouwens net op de scheiding tussen de woestijn en de door de Nijl vruchtbaar gemaakte grond. Bij aankomst rijden we uit een met palmbomen omringd landschap ineens recht de woestijn binnen… met een wauw-effect tot gevolg!
Aan de ingang van de site (foto links), staan de laatste palmbomen die bijna een poort naar de woestijn lijken te vormen. Vanaf de hoger gelegen piramide hebben we een prachtig zicht op de vruchtbare Nijlvallei en de knikpiramide van farao Snofroe. Zoveel om van te genieten dus.
Meer over Egypte:
– 6 avontuurlijke to do’s uitgetest in Egypte
– Egypte: praktische info waarvan ik wou dat ik het wist voor vertrek
– Waarom je Luxor best ontdekt vanuit een luchtballon