In het Franse Treigny bouwen ambachtslieden en archeologen al 22 jaar aan het kasteel van Guédelon. De burcht, die gebaseerd is op een 12de eeuws bouwplan, wordt vandaag neergepoot met de technieken van toen. De werken gaan stilaan de laatste fase in, dus dit is het moment om te ontdekken hoe het er in zijn werk gaat. Dat deed ik samen met Kenny, Yullis, Jelle en zijn lief.
2012. Op de redactie van msn.be stuit ik op een Brits artikel over Guédelon. Ik wil er meteen over schrijven. Tijdens het opzoeken en uitwerken ben ik zodanig in de ban van het kasteel dat ik me voorneem om het ooit te bezoeken. Zeg nu zelf: hoe vaak gebeurt het dat je een middeleeuws kasteel kan bezichtigen voordat het af is?
7 jaar later is het eindelijk zover. Op 2 dagen tijd rijdt Jelle in totaal 1.200 kilometer, even over en weer naar Guédelon en deze boomhut. Onderweg voel ik dat we bijna allemaal even nieuwsgierig zijn. Hoe gaat Guédelon er intussen uitzien? Zullen we al een deel van het kasteel binnenin kunnen bezichtigen? Hoe werken de ambachtslui daar? Met welke materialen en werktuigen? Wonen ze er ook? Ik vind het razend spannend!
Bokrijk met extra pit
Zodra we de poort binnenwandelen, verrast het me dat er een heel dorp rondom het kasteel gebouwd is. Het lijkt wel Bokrijk. Alleen is elk houten huisje gebouwd om in te werken aan allerlei onderdelen voor de burcht. Tevens zijn alle ambachtslieden gehuld in de kledij van toen. Dakpannenmakers boetseren en bakken kleien vloertegels en pakweg 25.000 dakpannen. Even verderop schraapt een schrijnwerker vlotjes alle schors van een boomstronk. Die gaat vervolgens naar het schrijnwerkersatelier, waar al hard gewerkt wordt aan zowel bouwmateriaal als koetsen.
Vanuit de verte hoor je timmerlieden, de smid en steenhouwers. Die laatste beitelen allerhande sierlijke vormen in grote rotsblokken. De zand- en kalksteen wordt niet geleverd door bouwfirma’s, maar komt uit een groeve achteraan het kasteel. Met paard en kar worden de blokken naar de site gebracht. In tegenstelling tot Bokrijk is dit dus geen museum maar een écht, bruisend middeleeuws dorpje.
Als hamster in het rad
Net als de huisjes zijn ook alle werktuigen zelfgemaakt, wat ze zowel uniek als zeer primitief maakt. Zo zie ik een houten driehoek die gebruikt wordt als waterpas. Om de houten hijskraan in beweging te brengen, moet iemand als een hamster rondjes lopen in een rad. Best een grappig zicht. Het nadeel van deze werktuigen is dat ze het regelmatig begeven, wat de smid en schrijnwerkers allicht overuren oplevert.
Aan de grote kringen toeschouwers rondom de ambachtslieden te zien, ben ik lang niet de enige die het fascinerend vindt om te observeren hoe zij werken. Het publiek rondom me lijkt wel in trance, want ik heb verbazend genoeg niemand op zijn smartphone zien tokkelen. Toegegeven, het heeft iets zens.
Middeleeuwse watermolen
Toeristen laven zich in een ‘moderne’ bar en restaurant, maar het eten voor de arbeiders wordt met zelfgemaakt materiaal in een primitieve keuken bereid. Al van ver ruik ik het versgebakken brood dat net uit de oven komt van een van de afgewerkte kasteelruimtes. Om het graan te malen, werd een watermolen gebouwd. Die komen we tegen na een flinke wandeling bergaf langs een meer. De molenaar is er duidelijk trots op: “Onze molen is volledig nagebouwd op basis van opgravingen van restanten uit de 12de eeuw. Met instructies van de archeologen zijn we aan de slag gegaan.”
Maar het pièce de la résistance is het kasteel zelf natuurlijk. Voor ons doemt een bijna volledig afgewerkte burcht op, compleet met ophaalbrug. Alleen de omwalling is nog niet volledig af en op enkele torens ligt enkel het houten dakskelet. “Het ziet er een beetje uit als de Notre Dame”, merkt Jelle op. “Zou dat nu ineens hip zijn in Frankrijk?”
Binnenin banen we ons via de smalle gangetjes en dito trappen een weg van de ene toren naar de andere. Onderweg passeren we de lunchzaal met feestelijke bloemenslingers en muurschilderingen. Bij de kantelen genieten we van een prachtig uitzicht over de binnenplaats en het domein. Zelfs als je weet dat het een ‘nieuw’ kasteel is, zie je gewoon het verschil niet met al die andere middeleeuwse kastelen. Misschien is dat wel de magie van Guédelon.
Waar? Kasteel van Guedelon, Treigny, Bourgondië, Frankrijk
Wanneer? Nog t.e.m. 3 november 2019, daarna volgt een winterstop. Bekijk zeker de openingsdagen en -uren.
Prijs? Tickets koop je best online. Volwassenen betalen 13 euro inkom, maar er zijn verschillende tarieven en aparte tickets voor rondleidingen en workshops.
Meer info? guedelon.fr
Eerder verschenen over deze roadtrip:
Met 5 vrienden in 1 boomhut kamperen, valt dat wel mee?