Het jachtseizoen is geopend! Afgelopen zondagnamiddag kreeg ik voor het eerst in mijn leven een semiautomatisch wapen in mijn handen. Ik belandde met 300 kogels 3 uur lang in wat ik het best kan omschrijven als een oorlogszone. Op het slagveld lagen verschillende wolven en zombies op de loer. Slik.
Maandag, 7 uur. De wekker gaat af. Het eerste dat door mijn hoofd gaat is ‘Fuck, wat is er in godsnaam met me gebeurd?!’ Mijn ledematen protesteren. Heeft er iemand mijn ribben geramd met zijn vuist? Mijn hoofd staat op springen. Ik voel exact waar ik gisteren geraakt ben door de kogels, en als ik me omdraai weet ik ineens ook terug de welke van dichtbij werden afgevuurd. Voor het eerst en laatst denk ik bij het ontwaken aan Willem, de voormalige opperwolf en inmiddels zombie, die vooral mijn billen niet gespaard heeft.
En dan denk ik aan hem. De zombiewolf met de lange zwarte haren die ik gisteren heb doen gillen als een hysterisch tienermeisje. Ocharme. Ik heb Kristof zonder genade van dichtbij neergeknald met onnodig veel kogels. Ik zie het nog zo voor me. Hij kermde het uit van de pijn. Ik sloeg mijn hand voor mijn mond en dacht ‘Oh nee! Wat heb ik gedaan?!’ Ik hoop dat hij op dit moment niet afziet. Ik hijs me langzaam uit mijn bed en ga voor de spiegel staan. Mijn lichaam staat vol cirkels die groter zijn dan de gemiddelde pingpongbal. Het hele unicorn-kleurenpalet is present. Wat voel ik me hip.
Mentale voorbereiding
Al bij al zijn de blauwe plekken nog niet zo erg als ik had verwacht. Ik heb Sandyp en Mstalli op voorhand hun ergste oorlogsblessures horen vergelijken. Als mentale voorbereiding kan dat tellen. Ik zie ze graag, de jonge mediamakers van Project Wolf, ook gekend als ‘de wolven’ mocht je dat nog niet begrepen hebben. Ze brengen mijn creatiefste kant naar boven. Maar ik vertrouw ze voor geen haar met een paintballgeweer. Al besef ik dat uiteraard pas als ik naast hen op het terrein van Paintball Mechelen sta.

Het begint al zondagmiddag op het hoofdkwartier van Project Wolf. Mstalli vreest dat Willem niet gaat durven opdagen. Als hij hem eindelijk ziet arriveren, beginnen zijn oogjes te blinken. Een paintballvete is zojuist ontstaan. Het is dus Team Willem in het wit tegen Team Mstalli in het groen. Ik vecht vandaag samen met Sandyp en Louise voor die laatste. We nemen het op tegen Kristof, Evie, Noémie en uiteraard Willem.
Terroristische aanslag
BAM! BAM! Ik schrik van de luide knallen, een rookwolkje stijgt op in de verte, langs mijn oren fluiten de kogels en tegen de muur achter mij spat er eentje uit elkaar, de andere rolt over de grond. Ik voel me in eerste instantie een beetje gevoelloos en in shock, alsof ik net een terroristische aanslag heb meegemaakt. Voor een onschuldig oorlogsspelletje is dit best realistisch en confronterend.
Ik hou het veld, dat bezaaid is met een lege karavaan, betonnen muren, palettenconstructies en andere schuilplaatsen, nauwlettend in de gaten. Hier en daar spot ik een loop of zie ik iets wits van achter de muren opduiken. Dit is mijn kans. Normaal gezien ben ik een uitstekend scherpschutter – ik ben ooit al eens op reportage geweest bij de Mechelse kolveniersgilde – maar vandaag tril ik als een riet en schiet ik amper raak. Hallo adrenaline!
Spetterpoep
De gele verf druipt al binnen het kwartier van mijn paintballgeweer. Ik ben net als de door de eigenaar als ‘maniakken’ bestempelde Mstalli en Sandyp ineens al 100 ballen kwijt – al rolden ze bij mij allemaal spontaan uit het kogelbakje nadat het geraakt werd. Over het hele veld kraken onder mijn schoenzolen de restanten van opengespatte en onbruikbare kogels.
Terwijl Sandyp en Mstalli enthousiast over het slagveld hollen, op zoek naar de vijand, besluit ik om me samen met Louise (foto) schuil te houden in het kamp. “Ik dek jullie wel”, zeg ik voordat ze vertrekken, zodat het niet opvalt dat ik eigenlijk bang ben om me mee in de vuurlinie te begeven. In de contractjes die we op voorhand getekend hebben staat niet zomaar dat we ten allen tijden 8 meter afstand moeten houden. En in tegenstelling tot de jonkies onder ons besef ik maar al te goed dat ik straks die gele verf uit mijn kleding ga moeten krijgen…
Het eerste uur moet ik wennen, maar uiteindelijk loop ik toch op een drafje met mijn geweer in de aanslag de verlaten loods binnen, A-team style. Eens voorbij de grote poorten blijf ik even staan om met open mond rond te kijken. De muren, kisten en zelfs een eenzame bureaustoel zitten volledig, tot zelfs meters hoog, onder de paintballverf. Het lijkt alsof een reus (no Bende Van Nijvel pun intended) met een spetterpoep zich hier goed laten gaan heeft. Ik gruwel bij de gedachte en haast me terug naar buiten.
Absolute stilte
Die drie uren waarvan we op voorhand dachten dat we ze niet allemaal nodig hadden, vliegen razendsnel voorbij. Zowel bij mij als bij de andere meisjes, die allemaal voor het eerst paintballen, maakt de angst plaats voor amusement. We spelen spelletjes die ik in jaren niet meer gespeeld heb, waaronder vlaggenroof en het zombiespel.
Bij dat laatste is Louise de zombie, die haar basis heeft in de loods, en zijn alle anderen ‘normale’ mensen die je herkent aan hun fluobandje. Met elke jongere die ze raakt, groeit haar zombieleger. Wat een creepy spel. Maar tegelijk zet het aan om na te denken over wat je zou doen bij een echte zombie apocalyps. De jongeren hollen meteen de loods in, maar ik besluit om het strategisch aan te pakken en buiten achter de deur van de loods te schuilen zodat ik de zombies kan afknallen van zodra ze naar buiten komen. Hier verwachten ze me niet.
Ik wacht, en wacht… het onophoudende geweergeknal maakt plots plaats voor absolute stilte… ik hou het geweer in de aanslag. En dan loopt Willem naar buiten, samen met Kristof. Kristof is intussen een zombie zie ik, dus ik aarzel niet om hem neer te schieten. En dan besef ik dat ik veel te dichtbij sta en ik zonder nadenken losgegaan ben met de kogels. Hij kermt het uit van de pijn. ‘Oh nee! Wat heb ik gedaan?!’
Zombiestrategie
Willem kijkt me aan. Ik heb mijn schuilplaats verraden. Ik sta op het punt om ook hem uit te schakelen, maar dan merk ik dat hij zijn fluobandje nog draagt. Ik laat mijn geweer zakken, want hij staat aan mijn kant. En dan neemt hij me compleet onverwachts te grazen. Blijkbaar doen ook de levende doden aan strategie.
Tot slot mijn advies voor een geschikte zombiedefensiestrategie: zoek vanop een afstand een ingedekte plaats met een goed zicht op alle in- en uitgangen van het zombienest zodat je er veel kan raken op korte tijd zonder dat zij jou kunnen spotten en aanvallen. Of hoe een dag vol schijnbaar ondoordachte actie toch een educatief verantwoorde draai kan krijgen.
PS: Omdat Mstalli zijn beschermingsmasker af heeft gezet in de arena heeft Willem hem als straf na afloop te grazen mogen nemen tot de laatste paintbalkogels op waren. Ik heb dat hilarische moment natuurlijk gefilmd, zoals het een wolf betaamt. Enjoy!
Waar? Paintball Mechelen, Mechelen
Wanneer? Op voorhand te reserveren
Prijs? Verschillende formules, vanaf 25 euro voor 100 kogels. 300 kogels (35 euro) was voor de meesten onder ons net genoeg.
Meer info? paintballmechelen.be