Duikscènes heb ik al genoeg gezien op tv, maar hoe is het om zelf op ontdekking te gaan in diep water? Dat ontdekken Bo en ik bij TODI in Beringen, het enige Europese duikcentrum waar je tussen subtropische vissen zwemt. Al komen we onderwater veel meer tegen dan vegetarische piranhas, palingen en kleine haaien…
De meer dan 2 600 vissen, 30 verschillende soorten, die bij TODI rondzwemmen in 6 200 000 liter oftewel 10 meter diep water worden gecontroleerd door de Antwerpse Zoo. Die vissen en de locatie maken TODI uniek. Het duikparadijs is gevestigd in een toren die ooit deel uitmaakte van de waterzuiveringsinstallatie van de oude mijnen in Beringen. Het centrum ligt naast een prachtig verweerd mijngebouw (foto), waaruit nog een oud mijnkarretje komt piepen. Het oude gebouw wordt vandaag duidelijk aan de urbexers overgelaten. Ik staar ernaar vanuit een leslokaaltje van TODI, dat na amper een jaar open te zijn nog die geur van splinternieuw meedraagt. Hier leren we via een tot in de details uitgewerkte presentatie hoe scubadiving werkt.

Instructeur Walter, een amusante, lieve man die al vele duiken op de teller heeft, vertelt meer over de druk onderwater en de impact op de inhoud van je fles en op je longen. Hij vertelt ook over het duikmateriaal, communicatie met gebarentaal en hoe je onderwater waarneemt. Een van zijn belangrijkste lessen: “Laat slechts luchtbelletjes achter en neem enkel herinneringen mee. Blijf dus overal af. Als je vissen probeert aan te raken, kunnen ze bijten. Idem voor de zeemeerminnen.” Hilariteit alom in het instructiezaaltje. Zeemeerminnen?! Walter gaat verder: “Instructeurs daarentegen, bijten niet. Wees dus niet bang om me vast te pakken als er iets is.”
Geen baksteen
Na de theorie trekken we richting instructiebad, waar we onze uitrusting verzamelen. Ik krijg een duikpak, vinnen, een duikbril en een duikersvest met lood in waar ik mijn duikfles met de bijbehorende kabels aan bevestig. Aan die kabels hangen mijn ademautomaat, een gele reserve om iemand mee te helpen die problemen heeft met de zijne, een kabeltje waarmee ik mijn vest opblaas en een metertje waarop ik kan zien hoeveel lucht er nog in de fles zit.
Een vest opblazen, waar is dat voor nodig, vraag je je misschien af? Wel, zo zink je niet meteen als een baksteen naar de bodem. Dankzij knopjes waarmee je ze kan opblazen en aflaten, kan je zelf geleidelijk aan naar de bodem zakken of zachtjes naar boven stijgen. Het is belangrijk om dat geleidelijk aan te doen, want onderweg moet je meermaals je oren klaren zodat ze zich kunnen aanpassen aan de waterdruk.
Mentale klik maken
Voordat we tussen de vissen gaan zwemmen, moeten we wennen aan onze uitrusting en testen we de belangrijkste duiktechnieken. De groep gaat in het ondiepe instructiebad tegelijk kopje onder, waarop Walter met gebarentaal uitlegt wat wij moeten doen. Leren ademen met onze automaat is prio nummer één.
Wennen aan het ademen onder water is niet evident. Alleen al de vele belletjes die voor mijn ogen opborrelen als ik uitadem doen me schrikken. Fysiek is er niets aan, al verkrampen mijn kaken telkens ik het bit van de automaat tussen mijn tanden geklemd heb. Maar als ik even los en water binnenschep, kan ik dat gewoon mee uitademen. Ik moet vooral mijn hersenen duidelijk zien te maken dat ik ondanks ik onder water zit niet aan het verdrinken ben. Hoe doe ik dat?
Ik krijg het almaar moeilijker. Ik voel me een claustrofoob die opgesloten zit in een kist. Ik snak naar adem alsof ik aan het stikken ben. En dan geraak ik plots volledig in paniek en schiet ik als een pijl terug naar boven. Walter komt me achterna.
Niets te bewijzen
“Ik denk niet dat dit iets voor mij is, Walter”, zeg ik eens ik een paar keer diep in- en uitgeademd heb. “Ik heb het supermoeilijk om te ademen en ik ben echt bang.” Meermaals bijna verdronken zijn, houdt me vandaag mentaal tegen. Bovendien is duiken met diabetes niet evident. Tegelijk heb ik me nooit willen laten tegenhouden door een ziekte. Toch twijfel ik nu. Onderwater in de problemen geraken heeft mogelijks zware gevolgen, want je kan niet zomaar naar boven. “Mij moet je niets bewijzen”, zegt Walter. “Als je het niet ziet zitten dan mag je gaan snorkelen. Doe de rest van de oefeningetjes nog mee en dan zien we wel.”
Wat ben ik blij dat hij dat voorstelt. De oefeningen zijn niet allemaal even eenvoudig – zo drijf ik er ongewenst weleens vandoor – maar uiteindelijk helpen ze me om alsnog normaal te leren ademen via een duikautomaat. Even later ga ik dus toch, nog altijd een beetje twijfelend, mee richting duikbassin. “Jij blijft best dicht in mijn buurt”, zegt Walter, “Dan kan ik je goed helpen.”
Tappen & autorijden
Walter gidst ons naar beneden, waar we eerst even de tijd nemen om rond te kijken. In de verte zie ik takken liggen. Vissen zwemmen in groepjes en een groepje duikers staat in een rieten hutje aan de tapkraan. Jawel, hier is een toog met een échte tapkraan! Zo kan je onderwater ‘pintjes tappen’. Wat een grappig zicht! Even fantastisch: in de laatste onafgewerkte Ford-auto’s kan je doen alsof je aan het autorijden bent.
En dan zie ik haar ineens opduiken. Ik denk dat ik droom. In een fractie van een seconde zie ik bij wat restanten van een Romeinse tempel moeten voorstellen een zeemeermin zwemmen. Een echte zeemeermin! Ze heeft lange donkere haren en een prachtige blauwe staart waarmee ze zich met mooie bewegingen voortkronkelt. De lichtinval weerkaatst in het water en doet de schubben van haar staart schitteren in alle kleuren van de regenboog. Wauw. Dit is beter dan een droom. Ik zit waarempel in Neverland. Peter Pan kan elk moment op mijn schouder tikken. Hopelijk heeft hij die krokodil al verslagen.
Vliegend tapijt
Ik moonwalk op de tippen van mijn vinnen zoals alleen Michael Jackson dat zou kunnen, maar handig is het niet. Ik heb het gevoel dat ik een andere planeet aan het verkennen ben, letterlijk en figuurlijk. Bo achter mij vindt het amusant om me bezig te zien. De anderen bewegen zich immers horizontaal voort vanuit hun heupen, zoals we dat geleerd hebben. Maar ik ben blij dat ik de regels aan mijn vinnen lap, want voor mijn voeten schieten vele tientallen kleine visjes die samen als een vliegend tapijt zweven alle kanten uit. Prachtig om te zien. Van de zeemeerminnen uit Peter Pan tot Kleedje van Aladdin, in deze wereld lijken ze werkelijkheid.
Opeens word ik aangestaard door een grote roze vis die pal voor mij ter plaatse blijft zweven in het water. Voor het eerst staar ik een vis in zijn gezicht. Het is een citroencichlide, een agressieve vis waar Walter ons voor waarschuwde. Hij ziet er een beetje menselijk uit vanuit dit perspectief. Al moet hij langs Dr Pimple Popper, met die grote unicorn cyst op zijn voorhoofd. Ik glimlach, en voel water in mijn duikbril sijpelen. Walter doet teken dat ik hem moet klaren. Ik duw boven mijn neus op de bril en blaas belletjes door mijn neus om het water eruit te jagen. Dat ik net nu een verkoudheid heb, probeer ik te vergeten.
Dat speciale moment
Het klaren lukt na een zoveelste poging nog niet. Ik begrijp niet wat ik fout doe. Ik heb het stilaan ijskoud, ik zie intussen nog amper een hand voor mijn ogen en ik voel me raar. De paniek borrelt terug op. Ik snak naar adem. Walter vraagt in gebarentaal of het wel gaat. Ik wiebel met mijn hand, wat wil zeggen dat er iets mis is. Ik wijs naar mijn duikbril. Ik wil eigenlijk terug naar boven, maar tegelijk wil ik nog niet opgeven.
Alsof hij begrepen heeft wat er door me heen gaat, grijpt Walter mijn hand en legt hij ze op zijn arm. Hij legt zijn hand op de mijne en kijkt me een paar tellen aan. Als bij wonder voel ik mezelf ineens volledig kalm. Ik doe teken dat het gaat, en hij helpt me om het water uit mijn duikbril te krijgen. De rest van de duik geniet ik van de vissen en de beleving.
Terwijl ik dit uitschrijf ben ik nog steeds behoorlijk onder de indruk van dat moment waarop ik mezelf voelde kalmeren nadat ik Walters arm vastpakte. Nooit had ik gedacht dat ik in een fractie van een seconde volledig terug zen zou kunnen zijn. Gewoon door iemand vast te houden die het goed met me bedoelt. Ik heb er allicht nog nooit bij stilgestaan omdat ik meestal te druk bezig ben met instinctief mensen die me vast willen houden van me weg te duwen. Misschien moet ik toch eens overwegen om wat vaker mijn handen uit te steken naar de mensen die ik graag zie, nu ze nog in mijn leven willen zijn, in plaats van even koppig als angstvallig te blijven herhalen dat ik niets wil veranderen aan mijn perfecte vrijgezellenleventje.
Waar? Duikcentrum TODI, Beringen
Wanneer? Alle dagen open, sessie te reserveren via online agenda
(Tip: reserveer ruim op voorhand)
Prijs? 79 euro voor een initiatie scubadiving en 6,95 euro reservatiekost. Voor een 14 weken durende zeemeerminopleiding betaal je 1 500 euro.
Meer info? todi.be